Ambassadeurs leveren met hun expertise op het gebied van ethische reflectie en moreel beraad een actieve bijdrage aan de Week van reflectie in de (jeugd)zorg. Ze organiseren tijdens de Week van reflectie binnen hun eigen organisatie activiteiten. Ook zetten ze zich ervoor in het initiatief breed onder de aandacht te brengen.
‘Verhoging van het ethisch bewustzijn van medewerkers leidt tot een verbetering van de kwaliteit van zorg’, stelt Marris van der Luytgaarden, directeur Bureau Jeugdzorg Breda. ‘Dit uitdragen en in een maatschappelijke context plaatsen waar reflectie op alle niveaus verbonden kan worden, is de drijfveer om me in te zetten als ambassadeur voor de Week van de reflectie in de zorg en jeugdzorg.
Een ambassadeur is iemand die een beweging in gang zet of houdt voor een initiatief wat hij of zij toejuicht. In mijn ambassadeurschap voor ethische reflectie in de zorg wil ik wel een krachtige beweging bewerkstelligen. Het lijkt een contradictie het woord vliegwiel, dat beweging veronderstelt, te gaan verbinden met reflectie. Maar in de beweging van het vliegwiel zit altijd een middelpunt dat als je goed kijkt stilstaat.
Van binnenuit is reflectie een ingrediënt voor ieders professionele handelen. Juist voor de professionals die zich veelal (moeten) laten leiden door allerlei andere parameters. In elke zorgrelatie en organisatie spelen morele vraagstukken. Anno 2011 worden waarden als empowerment, eigen verantwoordelijkheid en marktdenken veelvuldig verspreid in bestuurlijk politieke uitgangspunten. Dat ik daarnaast in iedere missie van zorgorganisaties de klant, cliënt of patiënt centraal zie staan, is geen ook nieuws. Om dit evangelie te verkondigen is lef nodig, omdat de argwaan ook voor het oprapen ligt bij deze abstracte kreten. Want alle eerlijkheid gebiedt mij om te zien dat dit onherroepelijk ethische dilemma’s met zich meebrengt en dit vraagt om ethische doordenking en om criteria te formuleren voor moreel handelen. Wat moet er moreel gezien gedaan of gelaten worden en op grond van welke argumenten?
De ethische discussie binnen de zorg en vooral binnen de cure is lange tijd gedomineerd door respect voor de autonomie, niet-schaden, goed-doen en rechtvaardigheid. Deze principebenadering blijkt in de praktijk niet altijd te voldoen; juist niet waar men in moet grijpen in bijvoorbeeld opgelegde maatregelen bij kinderen in de jeugdzorg.
In de laatste decennia zijn dan ook andere benaderingswijzen ontwikkeld en gangbaar geworden, waaronder de zogeheten ‘zorg-ethiek’. Hierin staan zorgrelaties met de daarin zichtbare waarden centraal. Welke dilemma’s spelen er binnen deze specifieke zorg, waaraan moet goede zorg voldoen en wat verstaan wij met elkaar onder goede zorg? Zijn daar ook criteria over te formuleren? Uitgangspunt daarbij is dat antwoorden op voorhand niet te geven zijn, maar altijd de uitkomst zullen zijn van beraad en onderhandeling. Dit soort vragen te stellen en zich te beraden voor men handelt, blijkt in de praktijk nog te weinig ruimte in te mogen nemen. Jammer, want uit onderzoek (Kanne/ Baudain 2009, Van Remmerden 2007) blijkt dat verhoging van het ethisch bewustzijn van medewerkers leidt tot een verbetering van de kwaliteit van zorg, omdat er een breder perspectief op (de zorg voor) de cliënt wordt geboden, en de tevredenheid van medewerkers toeneemt.
Dit uitdragen en in een maatschappelijke context plaatsen waar reflectie op alle niveaus verbonden kan worden, is de drijfveer om me in te zetten als ambassadeur voor de Week van de reflectie in de zorg en jeugdzorg.
Marris van der Luytgaarden, directeur Bureau Jeugdzorg Breda