Activiteitenagenda Week van reflectie 2019

'Echt goede zorg konden we voor Koen thuis niet bieden'

Dilemma's van wijkverpleegkundigen in het omgaan met verwarde cliënten

'Steeds probeerden we Koen te laten opnemen, maar steeds was de uitkomst dat hij niet gedwongen kon worden', schrijft Corinne Baarssen, wijkverpleegkundige TriviumMeulenbeltZorg. 'De echt goede zorg konden we voor Koen thuis niet bieden, het gevoel tekort te schieten was steeds aanwezig.' De blog, op intranet geplaatst, is de afsluiting van alle mooie activiteiten die de Commissie Ethiek heeft georganiseerd in de Week van reflectie.

Hij was onderwerp van gesprek na mijn vakantie. Zijn wond, zijn gedrag maar ook de staat van zijn woning maakten veel bij mijn collega’s los. Al voor ik Koen zelf had ontmoet, sloot ik na mijn vakantie aan bij een overleg met de gemeente, de wijkagent en de GGZ. Koen had namelijk meer hulp nodig, maar hij zag dat zelf niet in.

Een dag later gingen een collega en ik samen naar Koen, en begreep ik waarom mijn collega’s zoveel over hem en zijn situatie spraken. Als Koen zich irriteerde, sprak hij met behoorlijke stemverheffing, waarbij hij veel vloekte. Ik kon me voorstellen dat dit intimiderend over kon komen, maar merkte gaandeweg dat het meer een houding was. In gesprekken vertelde Koen over zijn leven, zijn jeugd en zijn kinderen. Soms zag hij het niet meer zitten en was hij boos. Boos omdat hij in een rotzooi leefde, teleurgesteld omdat hij zich in de steek gelaten voelde. Soms zijn problemen te groot om zelf op te lossen.

Gevoel tekort te schieten

Iedere keer als we de woning verlieten en ik de deur sloot, vroeg ik me af hoe het hem zou vergaan. Zou hij voldoende eten? Zou hij wel naar bed gaan om te slapen? En wat als hij weer zou vallen? ’s Morgens als we zijn woning binnenkwamen was er iedere keer weer de twijfel of Koen nog zou leven. Wat zouden we aantreffen? Keer op keer hadden we vanuit de wijk contact met de huisarts, met het ziekenhuis, met de GGD en de GGZ. Steeds probeerden we Koen te laten opnemen, maar steeds was de uitkomst dat hij niet gedwongen kon worden. De echt goede zorg konden we voor Koen thuis niet bieden, het gevoel tekort te schieten was steeds aanwezig.

Alleen op een kamer

Op een middag zag Koen heel grauw. Hij kon niet opstaan, en had geen kracht in benen of armen. Voor de derde keer die week belden we een ambulance. ’s Avonds thuis keek ik in mijn mail en in de rapportage. Niets. Zou hij dit keer dan blijven? De dag erna hoorden we dat het niet goed ging en dat herstel niet meer mogelijk was. Ik bezocht Koen in het ziekenhuis, waar hij alleen op een kamer lag. Eindelijk lag hij dan in het ziekenhuis, maar het was te laat. Koen zou het niet redden. Ik nam afscheid, en twee dagen later kregen we het bericht dat Koen was overleden.

Afgelopen week stond een artikel in Trouw over verwarde personen. De politie zegt daarin dat 'het geeneens politiewerk is'. Ik kan niet anders dan beamen dat de politie niet opgeleid is in het omgaan met verward gedrag. Maar zijn wij dat wel? Is het óns werk om te gaan met verwarde personen, te ontdekken wie ze zijn en waarom, in de hoop ze te kunnen helpen? En hóe kunnen we dat dan doen? En als wij het niet kunnen of niet doen, wiens taak is het dan wel?

Corinne Baarssen, wijkverpleegkundige TriviumMeulenbeltZorg